zondag 4 september 2011

Naarmate ik steeds meer begin te leren, over minimalisme als kunst, zie ik dat de pioniers binnen deze kunststroming aardig wat gemeen hebben met elkaar. Uiteraard in hun kunstwerken, maar zeker ook op persoonlijk vlak. Althans, afgaande op de informatie die ze openbaar uiten, op dit front.

Het is een algemeen gegeven dat veel kunstenaars een beeld visualiseren, eer ze aan hun kunstwerk beginnen. Men heeft het, in gedachten, al helemaal uitgetekend. En gaat hierna pas over op het realiseren van het kunstwerk. De minimalist gaat hierin een stap verder, door nog eens gebruik te maken van de omgeving. In die zin dat zowel de ruimte, als de (natuurlijke) belichting, onderdeel uit maakt van het object. Logica wordt dermate benadrukt, dat het object weinig tot geen ruimte over laat voor illusie. En vooralsnog is het de opdracht om de algehele constructie zodanig in elkaar over te laten gaan, alsof het één geheel is. Dus inderdaad; wat je ziet is 1 object!

Bovenstaande maakt dat ik kan concluderen dat 'minimalisten' de gave hebben om te visualiseren, tot in de details. En tevens zijn deze kunstenaars intens bewust van hun omgeving. Men heeft de gave om de logica te vinden in alles dat het oog waar neemt. Maar zeer zeker ook in wat goed doet voelen. Of tenminste, wat emotie oproept. En men is zeer gedisciplineerd.

Men oppert dat er in het werk van een minimalist geen (eigen) emotie terug te vinden is. Mijn vermoeden is dat de persoon, die het kunstwerk aanschouwt, een essentieel element is, die het geheel compleet maakt. Met andere woorden; de aanschouwer, met zijn/haar emoties/referentiekader, maakt het object compleet. Hiermee zou de (logische) cirkel rond moeten zijn. Welllicht heb ik dit verkeerd gesteld, maar dat zal in een later stadium, van mijn onderzoek, moeten blijken.

Minimalisten zijn filosofen! Dat weet ik wel.

Ik bespeur romantiek..

Robert Morris, Wheel.